We parkeerden onze auto's in het plaatsje Macisvenda om vanuit dat dorpje het wandelgebied in te lopen.
Al snel begon zich het -voor dit gebied- kenmerkende landschap te tonen. De bergen bestaan hier vaak voor een gedeelte uit zacht, kleiachtig materiaal, wat uiteraard met hoge snelheid erodeert.
Het materiaal laat zich op die plekken redelijk gemakkelijk bewerken, zodat de mensen welke dit gebied in het verleden bewoonden er soms holen in hakten, welke hun een onderdak c.q. huisvesting boden.
Wat verderop gaat het gebied over in een soort oase. Een oase, omdat het riviertje El Chícomo hier doorheen stroomt en voldoende water levert om bomen en planten te laten gedijen.
Stroomopwaarts lopend moet je het riviertje een aantal keer oversteken, wat hier en daar enige behendigheid vereist. Een goed evenwichtsgevoel bij het stappen op stapstenen in het water komt hierbij goed van pas.
Schitterend zijn de steenformaties. Naast kleiachtige structuren kom je ook veel grind tegen. Grind dat miljoenen jaren geleden werd gevormd, kwam opnieuw in aardlagen vast te zitten, welke zelf opnieuw versteenden. In deze structuren is het grindaandeel veruit het hardst.
In de bovenstaande kun je een liggend doodshoofd zien.
Verder stroomopwaarts word het terrein grilliger en kom er naast het
"Slootje springen" bovendien wat klimwerk kijken. Maar voor ons, wandelaars, is dat enorm leuk om te doen. Als fotograaf hoopte ik dat iemand op een stapsteen mis zou stappen en een nat pak opliep, maar die hoop bleek tevergeefs. Helaas.
Leuk om te zien is, dat de wandelaars elkaar goed helpen om het terrein te bedwingen.
Na een poos soms kruip-door-sluip-door door hoog riet te zijn gelopen en nog wat mooie steenformaties te hebben gezien, eindigde onze bijzonder mooie tocht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten